Verenigingsfokreglement
Verenigingsfokreglement1. ALGEMEEN
1.1. Dit reglement voor de Leonbergse Honden Club Nederland, hierna te noemen de vereniging beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Leonberger zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 29 mei 2021. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
1.2. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de vereniging voor de Leonberger, woonachtig in Nederland.
1.3. Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement (KR), die betrekking hebben op dit Verenigingsfokreglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft.
1.4. Voor wat betreft de omschrijving van de in dit VFR genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.5. Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.6. Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement.
2. FOKREGELS
Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging.
2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR)
2.2. Herhaalcombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal 2 maal toegestaan.
2.3. Minimum leeftijd reu:
De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 20 maanden zijn.
2.4. Aantal dekkingen:
De reu mag maximaal zes geslaagde dekkingen in Nederland verrichten gedurende zijn leven.
Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB.
NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.
NB 2: indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking’.
2.5. Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden.
Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen:
a. De reu moet zijn ingeschreven in een buitenlands stamboek van een FCI land, of een land dat door de FCI is erkend, conform het gestelde in artikel III.21 lid 2 KR;
b. De uitslag van de in het betreffende land uitgevoerde gezondheidsonderzoeken en de kwaliteit van het onderzoek dienen vergelijkbaar te zijn met de onderzoeken zoals deze door de vereniging in dit VFR zijn opgenomen
c. De volgende bescheiden dienen te worden overlegd aan de LHCN
1. Een Europees certificaat met de HD kwalificatie A1,A2,B1,B2 of C1 van een F.C.I. erkende instantie in dat land. (Wat betreft de kwalificatie C1 zijn daarbij van kracht de relevante bepalingen van artikel 2, lid A). (Zolang in het land waar de eigenaar van de hond woont geen officiële HD-keuring bestaat, zal het bestuur of een daartoe door het bestuur aangewezen persoon of commissie beoordelen of de HD-keuring die de hond heeft ondergaan als gelijkwaardig aan het Europees F.C.I. Certificaat kan worden aangemerkt)
2. Gebruik buitenlandse dekreuen
Een officieel attest van de ouders of grootouders volstaat indien de ouders of grootouders een DNA-profiel hebben dat voldoet aan de ISAG 2006 norm en getest zijn op LPN1&2, LEMP en LPPN3 en de volgende kwalificaties hebben voor LPN1&2 / LEMP / LPPN3:
– LPN1 N/N (vrij)
– LPN2 N/N (vrij),
– LEMP N/N (vrij)
– LPPN3 N/N (vrij).
Anders:
Een officieel attest met de LPN1&2 / LEMP / LPPN3-kwalificaties:
– LPN1 N/N (vrij) of LPN1 D/N (drager),
– LPN2 N/N (vrij)
– LEMP N/N (vrij) of LEMP D/N (drager),
– LPPN3 N/N (vrij) of LPPN3 D/N (drager)
LPN 1 D/N (drager) die geboren zijn na 01-07-2016 worden uitgesloten voor de fok.
3. Een certificaat dat de hond met goed gevolg de in dat land van kracht zijnde fokselectiekeuring (gedragstest én exterieurkeuring) heeft doorlopen.
2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen): als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.
2.8. Dubbel dekken:
De Eigenaar van een teef mag de teef tijdens één loopsheid door twee verschillende reuen laten dekken, mits beide reuen voldoen aan de paragrafen 2.3 tm 2.8 en alle overige bepalingen in het VFR. Bij de dekaangifte moet dit doorgegeven worden aan de persoon die belast is met pupinfo (via online formulier).
3. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR)
3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 24 maanden heeft bereikt.
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 60 maanden heeft bereikt.
3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 96 maanden heeft bereikt.
3.4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vierde nest is geboren.
3.5. Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste 12 maanden zit.
3.7 Een teef mag alleen gedekt worden als zij in goede conditie verkeert.
4. GEZONDHEIDSREGELS
4.1. Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om door de Raad van Beheer opgestelde en/of goedgekeurde geprotocolleerde onderzoeken, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen.
4.2. Verplicht screeningsonderzoek.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vóór de dekking worden onderzocht op:
: Heupdysplasie
: Leonberger Polyneuropathie I en 2 (LPN1&2)
: Leonberger Leuko-Encephalomyelopathie (LEMP)
: Leonberger Laryngeal Paralysis – Polyneuropathy (LPPN3)
: Entropion – via ECVO onderzoek op minimale leeftijd van 12 maanden (hoeft niet herhaald te worden)
: Ectropion – via ECVO-onderzoek op minimale leeftijd van 12 maanden (hoeft niet herhaald te worden)
: Erfelijke cataract via ECVO-onderzoek op minimale leeftijd van 12 maanden (hoeft niet herhaald te worden)
4.3. Aandoeningen: met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.
4.3.1. HD C en hoger
Een hond met HD C mag onder voorwaarden worden ingezet: Wanneer voor de hond een certificaat met de kwalificatie HD C is ontvangen geldt het volgende: -met een HD C hond mag, uitsluitend in combinatie met een HD A hond, één nest worden gefokt.
– een eventueel tweede nest van een HD C hond mag slechts worden gefokt onder de volgende voorwaarden:
1. van ten minste 3/4 van de nakomelingen uit de eerste worp moeten de officiële HD-uitslagen al bekend zijn en van dat totaal aan nakomelingen moet ten minste 3/4 als HD A en/of HD B beoordeeld zijn. (Wanneer, na toepassing van deze formule, de uitkomst geen heel getal vormt, zal dat getal worden afgerond. Eindigt de uitkomst op een 1/2 of minder, dan dient het getal naar beneden te worden afgerond);
2. de bepaling “uitsluitend in combinatie met een HD A hond” is opnieuw van toepassing.
4.3.2. Gebitsfouten
Alleen fokken indien de hond een volledig schaar- of tanggebit bezit, dan wel dat de eigenaar met een gebitskaart kan aantonen dat het gebit te eniger tijd volledig is geweest. Het ontbreken van de M3 is toegestaan.
4.3.3. Oogafwijkingen: erfelijke cataract, ectropion of entropion, ook als dit via een ingreep niet meer zichtbaar is.
Alleen fokken indien, blijkens een attest van een erkende ECVO-specialist, de hond niet lijdt aan de oogafwijkingen; erfelijke cataract, ectropion of entropion, noch hieraan is geopereerd. Dit hoeft maar 1 keer getest te worden op een minimale leeftijd van 12 maanden.
4.3.4. Erfelijke neurologische afwijkingen
Alleen honden met de kwalificatie LPN1 N/N (vrij) en LPN1 D/N (drager), LPN2 N/N (vrij) en LEMP N/N (vrij) en LEMP D/N (drager) en LPPN3 N/N (vrij) en LPPN3 D/N (drager) zijn voor de fokkerij toegestaan en wel uitsluitend in de volgende combinaties:
– LPN1 N/N (vrij) x LPN1 N/N (vrij)
– LPN1 N/N (vrij) x LPN1 D/N (drager)
– LPN2 N/N (vrij) x LPN2 N/N (vrij)
– LEMP N/N (vrij) X LEMP N/N (vrij)
– LEMP N/N (vrij) X LEMP D/N (drager)
– LPPN3 N/N (vrij) X LPPN3 N/N (vrij)
– LPPN3 N/N (vrij) X LPPN3 D/N (drager)
Alle fokdieren dienen te zijn getest, behalve wanneer de honden geboren zijn uit ouders of uit grootouders die beiden de kwalificatie LPN1 N/N (vrij), LPN2 N/N (vrij), LEMP N/N (vrij) en LPPN3 N/N (vrij) hebben en beschikken over een DNA-profiel. Deze honden worden vrijgesteld van de verplichte LPN1&2, LEMP en LPPN3-test. Iedere derde generatie wordt wel getest.
Honden met LPN 1 D/N (drager) die geboren zijn na 01-07-2016 worden uitgesloten voor de fok. Dit geldt ook voor buitenlandse reuen.
4.4. Diskwalificerende fouten: met honden met één of meer van onderstaande diskwalificerende fouten (volgens de rasstandaard) mag niet worden gefokt.
· schuwe en agressieve dieren
· sterke anatomische fouten (bijv. duidelijke koehakkigheid, uitgesproken karperrug, zadelrug, sterke uitdraaiing van de voorvoeten, volstrekt onvoldoende hoeking van schouder-, elleboog-, knie- of spronggewricht)
· ontbreken van gebitselementen (met uitzondering van de M3), boven- of ondervoorbijter, andere gebitsfouten
· sterk gekrulde of te hoog gedragen krulstraat
· ongewenste kleuren (bruin met bruine neus en bruine voetzolen, black and tan, zwart, zilvergrijs, wildkleur)
· geheel ontbrekend masker
· bruine neusspiegel, bruine voetkussens
· sterk pigmentverlies in de lippen
· ogen zonder bruin
· te veel wit (reikend van tenen tot middenvoet, meer dan handgrote borstvlek, wit op andere plaatsen)
5. GEDRAGSREGELS
5.1. Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
5.2 Verplichte gedragstest: de beide ouderdieren moeten vóór de eerste dekking met goed gevolg de door de rasvereniging erkende gedragtest hebben afgelegd. Deelname is mogelijk voor honden vanaf 18 maanden. Alternatief mag ook de MAG-test gedaan worden.
6. WERKGESCHIKTHEID
6.1 Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidstest niet van toepassing
9. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
9.1. Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.
9.2. Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.
9.3. In bijzondere gevallen kan de vereniging bij een besluit met betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, indien de belangen van het ras daardoor worden gediend. Een besluit op basis van dit lid wordt met redenen omkleed naar de leden van de vereniging gecommuniceerd.
9.4 Verder zal na een eenmalige overtreding bij de naam van de desbetreffende fokker/kennel, gedurende één jaar op de clubfokkerslijst in het cluborgaan en de website van de club vermeld worden dat de fokker een overtreding begaan heeft met de omschrijving van de aard van de overtreding. Bij herhaling van één of meer overtredingen zal het bestuur bij de naam van de betreffende fokker/kennel gedurende drie of meer jaren op de clubfokkerslijst in het cluborgaan en de website van de club vermeld worden met de omschrijving van de aard van de overtredingen die begaan zijn.
9.5 Het bestuur van de vereniging kan de fokker op diens verzoek en in zwaarwegende omstandigheden, zonodig gehoord hebbend een of meer door het bestuur aan te wijzen personen en/of commissies, dispensatie verlenen voor een van de onder artikel 2 genoemde bepalingen, voor zover dit de gezondheid van een der fokdieren dan wel hun nakomelingen niet in het geding kan brengen. Inwilliging van een dergelijk verzoek behoeft tweederde meerderheid binnen het bestuur.
9.6 De fokker blijft zelf te allen tijde verantwoordelijk voor de door hem gekozen combinatie van ouderdieren, als ook voor de nakomelingen daarvan.
9.7 Uiterlijk 5 werkdagen na het inleveren bij Pupinfo van dekaangifteformulier resp. het geboorteaangifteformulier van de L.H.C.N. wordt er een melding gemaakt op de website van de LHCN. De fokker is verplicht binnen 3 weken na de dekking het dekaangifteformulier in te sturen bij pupinfo. Indien geen geboorteformulier wordt ingeleverd voor de 8ste week na de geboorte worden de pups enkel vermeld in het archief op de website.
9.8 De fokkers dragen per gechipte pup een bedrag af welke is vastgesteld in de algemene ledenvergadering. Indien de fokker niet voldoet aan zijn/haar verplichting tegenover de vereniging in de vorm van het betalen van de pupafdracht, wordt 4 weken na 2de herinnering op basis van Artikel 14 van de statuten het lidmaatschap door de vereniging opgezegd.
9.9 De fokker die voldoet aan het fokconvenant kan gebruik maken van de clubfaciliteiten zoals pupinformatie.
10 INWERKINGTREDING
10.1. Dit Verenigingsfokreglement treedt in werking op datum 21 augustus 2021, nadat het reglement is goedgekeurd door het bestuur van de Raad van Beheer conform de artikelen 10 HR en VIII. 5+ 6 KR.
Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de (L.H.C.N)
op __29 mei _________________ 2021
De Voorzitter De Penningmeester
(Niels Steinmetz) (Conny van der Land)